BREDA - Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft vandaag beslist dat een dierenartsenpraktijk 308.313 euro moet terugbetalen aan de Staat. De winst was illegaal verdiend doordat de praktijk niet-geregistreerde dierengeneesmiddelen leverde. De rechtbank Zeeland-West-Brabant vond eerder dat de praktijk 399.083,55 euro moest terugbetalen.


De eigenaar van de praktijk in Breda stond internationaal bekend als ‘duivendokter’. Tussen 1995 en 2003 genas hij duiven – bij gebrek aan werkzame legale middelen – met niet-geregistreerde geneesmiddelen. In november 2003 vielen de autoriteiten binnen en begon het strafproces.

De dierenarts zelf werd veroordeeld, maar kreeg geen straf. De praktijk werd uiteindelijk veroordeeld voor de leveringen van de niet-geregistreerde geneesmiddelen aan 9 afnemers, maar voor 1 afnemer werd de praktijk ontslagen van alle rechtsvervolging. De veroordeling zorgde ervoor dat het OM de ontnemingszaak kon starten om de illegale winst terug te vorderen.

Ontvankelijkheid van het OM

De verdediging vond dat het OM niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege de lange duur van het proces. In september 2004 had de praktijk al kennisgenomen van de ontnemingsrapportage, maar pas in 2018 deed de rechtbank uitspraak. Daarmee is het uitgangspunt om een zaak in eerste aanleg binnen 2 jaar af te doen, fors overschreden.

Het hof volgt de verdediging hierin niet, en oordeelt dat een groot deel van het tijdsverloop toe te schrijven is aan het afwachten van een onherroepelijke einduitspraak in de hoofdzaak. Daarnaast is het hof van oordeel dat de praktijk gedurende de gehele procedure de mogelijkheid had om inlichtingen te verschaffen, wat vrij eenvoudig mogelijk was omdat de praktijk een wettelijke administratieve bewaarplicht heeft. Het hof ziet dan ook geen aanleiding om het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren.

Terug te betalen bedrag

Het hof is bij het bepalen van het ontnemingsbedrag uitgegaan van de winst die de praktijk maakte op de leveringen die zijn gedaan. Het hof corrigeert dat bedrag voor die leveringen waarvan de praktijk is ontslagen van alle rechtsvervolging. Daardoor komt het hof op een lager bedrag uit dan de rechtbank, die álle leveringen meetelde. Daarnaast heeft het hof rekening gehouden met de lange duur van het proces, waardoor er 25% van het ontnemingsbedrag wordt afgehaald. Het bedrag dat de praktijk moet terugbetalen komt hierdoor neer op 308.313 euro.