BREDA - Een 51-jarige man is door de rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeeld tot een gevangenisstraf van 17 jaar voor onder andere gekwalificeerde doodslag. Bij een uit de hand gelopen ripdeal in de Rucphense bossen in november 2013 is door de verdachte zodanig ernstig geweld toegepast op de 27-jarige Jelle Leemans dat hij daaraan is overleden. Het lichaam van het slachtoffer is daarna door de verdachte weggemaakt en is tot op de dag van vandaag niet gevonden.

Nooit gevonden

Tot op de dag van vandaag is het lichaam van het slachtoffer niet gevonden. Desondanks vindt de rechtbank bewezen dat de verdachte verantwoordelijk is voor de dood van het slachtoffer en het wegmaken van zijn lichaam.

(On)vrijwillige verdwijning

Het slachtoffer stond bij zijn familie en vrienden bekend als een sociale man vol levensvreugde. Ook was hij gezond, zowel fysiek als mentaal. De rechtbank heeft geen aanwijzingen voor een vrijwillige verdwijning. Juist vanwege tegenaanwijzingen, bijvoorbeeld verklaringen van mensen uit zijn omgeving, sluit de rechtbank uit dat hij uit eigen wil is verdwenen. Ook zijn er geen aanwijzingen voor een onvrijwillige verdwijning waarbij het slachtoffer nog in leven zou zijn.

Overleden

In het geval dat er sprake zou zijn van zelfdoding, een natuurlijk overlijden of een dodelijk ongeval als doodsoorzaak, stelt de rechtbank voorop dat het lichaam naar verwachting op enig moment zou zijn gevonden. Dat is niet gebeurd. De rechtbank trekt de conclusie dat het slachtoffer door het gewelddadige handelen van een ander om het leven is gekomen en dat zijn lichaam vervolgens met opzet is weggemaakt om onderzoek naar de sporen van dat geweld onmogelijk te maken.

Verdachte

Op 21 november 2013 spraken het slachtoffer en de verdachte met elkaar af in de Rucphense bossen om een drugsdeal te sluiten. Het slachtoffer had veel geld op zak, omdat hij 10 kilo wiet zou kopen van de verdachte. De verdachte is de laatst bekende persoon die telefonisch en fysiek contact heeft gehad met het slachtoffer. Na hun ontmoeting zijn de telefoon van het slachtoffer en het telefoonnummer van de verdachte niet meer gebruikt. Uit verschillende getuigenverklaringen blijkt dat de verdachte uit was op een ripdeal. De verdachte reed met de auto van het slachtoffer naar België en parkeerde deze in Merksem. Een goede vriend van de verdachte reed in een andere auto achter hem aan en bracht hem meteen daarna terug naar Nederland. Later is in de auto van de verdachte een (onzichtbaar) bloedspoor van het slachtoffer aangetroffen. Dat wijst er volgens de rechtbank op dat dit is achtergebleven na een niet volledig geslaagde schoonmaakpoging.

Volgens de rechtbank zijn er geen aanwijzingen voor alternatieve scenario’s en is verdachte degene geweest die het slachtoffer opzettelijk van het leven heeft beroofd en zijn lichaam heeft weggemaakt.


17 jaar gevangenisstraf

De rechtbank legt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op van 17 jaar voor gekwalificeerde doodslag, het verbergen van het lichaam van het slachtoffer en het medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Die straf is 2 jaar hoger dan het Openbaar Ministerie heeft geëist, omdat die volgens de rechtbank niet volledig recht doet aan het enorme verdriet van de nabestaanden dat verdachte heeft veroorzaakt door het doden én verbergen van het lichaam van Leemans en dat hij nog steeds veroorzaakt door de vindplaats van diens lichaam verborgen te houden.