BREDA - Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft een 32-jarige man uit Breda veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar voor het doodsteken van een 28-jarige stadsgenoot. Ook moet hij een schadevergoeding betalen aan de nabestaanden van in totaal 43.000 euro. De rechtbank Zeeland-West-Brabant kwam eerder tot dezelfde uitspraak.

Misbruik

Op 13 juli 2019 kwamen de verdachte en het slachtoffer elkaar tegen in het uitgaansgebied van Breda. Zij kenden elkaar niet. De verdachte had ruzie met iemand en het slachtoffer probeerde dat te sussen. Zonder enige duidelijk aanleiding sloeg de verdachte het slachtoffer tegen zijn hoofd. Het slachtoffer probeerde terug te slaan, maar raakte de verdachte niet. Toen pakte de verdachte zijn mes en stak het slachtoffer in zijn buik en in zijn heup. Het slachtoffer overleed een paar uur later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen.

Geen noodweer

Volgens de verdediging handelde de verdachte uit noodweer omdat het slachtoffer hem probeerde aan te vallen. Het hof gaat daar - net als de rechtbank - niet in mee. Het slachtoffer probeerde de verdachte immers pas te slaan, nadat hij zelf door de verdachte tegen zijn hoofd was geslagen. Het slachtoffer was juist degene die uit noodweer handelde en niet de verdachte.

Onherstelbaar leed

Bij de nabestaanden van het slachtoffer heeft de verdachte onherstelbaar leed veroorzaakt. Hij heeft een jonge man doodgestoken, dat gebeurde in het bijzijn van diens vrienden. Dat moet voor hen zeer schokkend zijn geweest. Bijzonder wrang daarbij is dat het slachtoffer juist sussend is opgetreden in een conflict waar hij zelf niet eens bij betrokken was. Dit alles heeft het hof laten in strafverzwarende zin laten meewegen bij het bepalen van de straf.

Schadevergoeding

De ouders van het slachtoffer hebben om een schadevergoeding van in totaal ruim 43.000 euro gevraagd. Dat bedrag bestaat uit smartengeld en uit een materiële schadevergoeding. Het hof wijst het volledige bedrag toe.