BREDA - Twee inwoners (24 en 23) van Veen zijn donderdag door de politierechter in Breda bestraft voor betrokkenheid bij ongeregeldheden in hun woonplaats, eind december vorig jaar. De een kreeg een taakstraf opgelegd, de ander moet een maand de gevangenis in. Beide mannen moet zich ook houden aan een gebiedsverbod.

Het is rond de jaarwisseling een terugkerend fenomeen in het Brabantse dorp: jongeren parkeren sloopauto’s op de kruising van de Witboomstraat en de Van der Loostraat en steken die brand. Het grote vuur trekt steevast veel bekijks.

Maar het terugkerende tafereel maakt niet iedereen enthousiast en leidt vaak tot schade aan wegdek en straatmeubilair. “Het is een gevaarlijk oorlogsgebied, waar veel bewoners niet op deze vernielingen en branden zitten te wachten”, aldus de officier van justitie.

De twee mannen moesten zich bij de politierechter verantwoorden voor hun betrokkenheid bij de branden die plaatsvonden in de nacht van 27 op 28 december vorig jaar. De 23-jarige man werd verweten dat hij een sloopauto had geprepareerd. Het betrof een aangekochte Volkswagen Beetle die geregistreerd stond als exportauto.

De officier van justitie eiste tegen hem een taakstraf van 160 uur plus een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand. Daarbij vorderde ze ook een gebiedsverbod.

De rechter legde de man een taakstraf op van 160 uur, waarvan 60 uur voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Ook mag hij zich, gedurende drie jaar, van 1 december tot 2 januari niet laten zien in de straten Witboomstraat, Van der Loostraat en Mussentiend.

'Lak aan de overheid'

De 24-jarige man uit Veen werd in het verleden al eerder veroordeeld voor het in brand steken van auto’s in Veen. Op camerabeelden van de 28ste december vorig jaar is te zien dat hij naar een auto loopt die net in brand is gestoken. Hij vernielt de ruiten, gooit een voorwerp op het vuur en loopt weg.

Volgens de officier van justitie hoort de verdachte bij de harde kern van mensen die stookauto’s regelen en die in brand steken. “Met zijn vorige straf in het achterhoofd, heeft meneer laten zien dat hij totale lak heeft aan de overheid”, zei de officier die een onvoorwaardelijke gevangenisstraf eiste van 10 maanden en een locatieverbod van 5 jaar.

De rechter oordeelde anders omdat zij geen concreet gevaar zag bij de brandstichting. Ze vond een gevangenisstraf wel passend, omdat de man voor de tweede keer in de fout is gegaan. De rechter legde een lagere straf op dan geëist (vijf maanden, waarvan vier voorwaardelijk) voor openlijk geweld tegen goederen.

Ook bepaalde ze dat de man zich in de periode van 1 december tot 2 januari niet mag vertonen in de straten Witboomstraat, Van der Loostraat en Mussentiend.